Interview met Nico van der Feest door Yvonne van Rijswijk:
Op het Noenever binnenterrein zijn namens Aeres Milieu BV : veldtechnicus/historicus Drs. Dion Hagens en Senior Archeoloog Drs. Nico van der Feest aanwezig. Het team bestaat verder uit een stagière en graafmachinist.
Nico van der Feest legt voor de inwoners van Buggenum graag uit hoe het archeologisch werk wordt uitgevoerd. Nico vertelt: “In Nederland werken we met een stappenplan. Je begint met bureauonderzoek, daarna volgt een booronderzoek. Dat booronderzoek vertelt ons of er kansen zijn dat er iets zit. Als er een redelijk grote kans is, gaan we het gebied 10% afgraven, dat is waar we nu mee bezig zijn”.
“Dit gebied is aangeduid als interessant gebied. Dat soort terreinen worden gemarkeerd en dan moet er onderzoek worden gepleegd. Dat is de reden dat we hier zijn”. Hij vervolgt: ” Zoals je maandag op de eerste dag kon zien, graven we eerst een toplaag af. Hoe dieper je in de bodem komt, hoe verder je de geschiedenis in gaat. De laag 30-40 cm diep behoort tot de nieuwe tijd en de middeleeuwen. We starten ons onderzoek met een metaaldetector. Natuurlijk hoort dat vooral bij de modernere tijden. In de prehistorie werden er nauwelijks metalen gebruikt, maar dat metaaldetector onderzoek hoort er standaard bij”.
“Gisteren (11 jan.) waren we met de tweede sleuf aan het werk, met een diepte van 1.00-1.20 m., deze laag behoort tot de prehistorie. We hebben er drie sporen aangetroffen, een ervan is wel interessant, kom maar mee”. De senior archeoloog toont de hoek van de tweede sleuf op het Noenever-terrein. Een deel van het zand in de 1 meter diepe laag is meer oranje-rood van kleur. Dit is waarschijnlijk een haardplaats geweest, want onder de invloed van vuur wordt aarde oranje-rood en dat is hier duidelijk te zien. We vonden in deze omgeving een redelijk formaat scherven. Kijk, dit is prehistorisch aardewerk. Hij laat een plastic zak zien met grotere scherven. Hij legt uit: “Dit is heel zacht gebakken materiaal, dat op 200 à 300 graden werd gebakken, dus het is heel poreus en zacht, dat heeft tot gevolg dat het heel makkelijk breekt. Dergelijke vondsten worden door ons verzameld en meegenomen voor onderzoek”.
“Vandaag (13 jan.), op de derde en laatste dag van ons onderzoek, hebben we de resten gevonden van een prehistorisch skelet, waarschijnlijk van een kind. Nico wijst de plek aan. Kijk, hier zie je de stukjes witte botresten, er is bijna niets van over, daarnaast zie je de contouren van botten. We hebben contact gelegd met een fysisch antropoloog, de foto’s opgestuurd, overleg gehad. Helaas zijn deze resten te ver heen, natuurlijk wordt alles zorgvuldig uitgegraven en meegenomen en gedocumenteerd. We zijn zojuist nog verder gaan graven maar vonden verder niets. Wel vonden we in een andere sleuf nog een aantal kogelhulzen uit de 2e wereldoorlog en een Deutsche Groschen munt uit 1842.
Op het bureau gaan we verder onderzoek doen. We gaan bepalen ‘hoe relevant is het’, ‘is er iets nieuws of is er toegevoegde informatie’, ‘kunnen we er nog meer uithalen’, ‘kunnen we dit een vindplaats noemen’? Met die gegevens stellen we een rapport op. Als er bij dit graafwerk zaken worden gevonden waaruit blijkt dat hier iets ‘van groot belang’ ligt, dan wordt deze plek officieel als vindplaats geduid. En dan belandt het onderzoek in de laatste fase”.
Nico van der Feest van Aeres Milieu sluit af: “Stel dat hier bijvoorbeeld drie mooie boerderijen uit de prehistorie hebben gestaan en we vinden de silhouetten van die palen nog terug, dat kan aanleiding zijn om te zeggen ‘we moeten hier verder gaan kijken’. Maar dat hebben we helaas niet aangetroffen. Maar toch, de vondsten die we afgelopen dagen hebben aangetroffen in dit Noenever gebied, zijn absoluut interessant. We gaan er mee aan de slag.
Meer info: www.aeres-milieu.nl
Zie ook foto’s hieronder:
![]() |
![]() |
![]()
|
![]()
|
![]() |
![]() |