Sluiting kleine scholen Leudal op onjuiste feiten gebaseerd

De voorgenomen sluiting van drie basisscholen in Leudal is op onjuiste feiten gebaseerd. Sluiting leidt zelfs tot een aanzienlijk groter begrotingstekort. Ook andere argumenten die de bestuurder van SPOLT aanvoert voor sluiting van drie basisscholen kloppen niet.

In een brief aan de bestuurder weerlegt Dorpsraad Buggenum zijn argumenten.

  1. Het begrotingstekort bij sluiting van de drie kleine scholen kan oplopen tot boven 1,5 miljoen. Een bedrag dat nog hoger kan worden als alle posten meegenomen zijn.

2. De geprognotiseerde leerlingenaantallen kloppen niet. Deze worden meerdere jaren te laag ingeschat. Buggenum zit, zelfs met de te lage inschatting, ruim boven de opheffingsnorm.

3. Van vermindering van de kwaliteit van het onderwijs is in Buggenum absoluut geen sprake. De school voldoet aan de kwaliteitseisen van de Onderwijsinspectie. En een groot deel van de leerlingen van groep 8 haalt een Cito-score van HAVO of hoger.

In de brief wordt verder aangegeven dat de bestuurder ter zake kundig zou moeten zijn, en aansprakelijk is als die taak onbehoorlijk vervuld wordt (Burgerlijk Wetboek Art. 2:90). Enkele voorbeelden van zaken die nu als onbehoorlijk bestuur kunnen worden aangemerkt zijn:

  • Het niet tijdig informeren van belanghebbende partijen, geen tijdig inzicht in financiële positie, afwijking van voorgenomen beleid of allocatie van middelen.
  • Misleidende weergave van de werkelijkheid, zoals benoemen van baangarantie aan personeel indien men meewerkt aan een voorgenomen sluiting.
  • Onvoldoende deskundigheid vanwege de financieel negatieve impact van het besluit om kwalitatief goede scholen te sluiten.

De brief aan de bestuurder is naar meerdere belanghebbende partijen gestuurd, zodat zij zich over de aansprakelijkheidsstelling kunnen beraden en samen de hieruit te winnen middelen kunnen aanwenden waarvoor zij behoren: het onderwijs van onze kinderen.